De grieken hebben echt heel veel goden. ze hadden ook heel veel verschillende soorten goden, Oergoden bijvoorbeeld. de oppergod( de koning van de goden) was Zeus. zijn vader was Kronos de oppertitaan. Zeus ging over het weer, de hemel en de bliksem. dit zijn andere goden die voor belangrijke dingen zorgden.

  • Pallas Athena, ze was de dochter van zeus, zij ging over de oorlog en de wijsheid, ze beschermde kunstenaars, griekse helden en hardwerkende mensen.
  • Hera, ze was de zus en de vrouw van Zeus ze beschermt de gezinnen en de huwelijken van de mensen.
  • Hestia, die zorgt voor de familie en het huis

Er zijn nog veel meer goden maar ik moet het in dit hoofdstuk ook nog hebben over Oergoden, Oergoden zijn eigenlijk nog belangrijker dan normale goden. ze gaan over heel belangrijke dingen zoals de atmosfeer. Dit zijn alle oergoden:

  • Aether, die zorgt voor de atmosfeer
  • Chaos, die gaat over de leegte
  • Erebus, die gaat over het duister
  • Eros, die gaat over de liefde
  • Gaia, die gaat over de aarde
  • Hemera, die gaat over de dag
  • Nyx, die gaat over de nacht
  • Tartaros, die gaat over de onderwereld
  • Ouranos, die gaat over de hemel
  • Sphinx, die gaat over het geluk

 

zo kwamen ze aan hun goden: Er waren rampen (bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen of vloedgolven) en ze dachten dat dat door goden kwam. daarom gingen ze ze eren zodat dat niet zou gebeuren. De goden dienden dus niet echt voor iets, de Grieken vereerden hun goden dus uit een soort angst voor hen. voor alles was een god. voor liefde, voor het weer en er was zelfs een god die ‘de onbekende god’ heette. (waar Paulus ook kwam, handelingen 17:22 ...) Zeus was de belangrijkste god.voor hem hadden ze een aparte hele grote tempel.